In het inheems dorp Kwamalasamutu in Zuid-Suriname is ACT gestart met een pilotproject voor het kweken van bijen. De doelstelling is om de gezonde en zoete ‘boshoning’ te verkopen in de stad en zo te zorgen voor een extra bron van inkomsten voor de gemeenschap.
Alle participanten zijn alvast heel enthousiast! In de eerste fase van het project wordt onderzocht welke soort honingbij ‘de beste’ is, zowel naar smaak als hoeveelheid geproduceerde honing. Daarnaast wordt uitgezocht op welke manier de bijen het best worden gekweekt. De trekkers het project zijn Kamanja, Wuta, Korotai, Keng, Ponsokoro en Ësenio. Het ministerie van Landbouw, Visserij en Veeteelt, LVV, biedt technische ondersteuning en de coordinatie gebeurt door Bruce Hoffman, de fieldproject manager van ACT.
Een nest van angelloze bijen, ‘Tëwaenen Wanë’ in het Trio in de holte van een boom. In de donkere ‘potten’ wordt nectar, pollen of honing bewaard voor het broeden van de bijen.
Enkel angelloze bijen (Meliponini) zullen worden gekweekt. In tegenstelling tot de ‘Braziliaanse’ bij of de klassieke honingbij (Apis mellifera,) die de gekende Parwa-honing uit Coronie maakt, kunnen deze bijen niet steken. Ze zijn dus niet gevaarlijk en je kan zonder problemen een ‘bijenbox’ naast je huis plaatsen. De mensen van Kwamalasamutu zijn bovendien vertrouwd met deze soorten bijen en de honing is een echte delicatesse! Niet minder dan 30 verschillende soorten bijen of Wanë worden door hen herkend en hebben een naam in Trio, de lokale taal.
Op dinsdag 10 november was het eindelijk zover. Samen met Mohamed Khodabaks, de coördinator van bijenteelt en dhr. Dover van LVV, werd een eerste kolonie in een bijenbox geplaatst. Na een verkenning van de regio, werd een geschikt nest van ‘Tëwainen Wanë’ gevonden. ‘Wanë’ is honing in Trio, de lokale inheemse taal en ‘tëwainen’ betekent ‘doorzichtig of zuiver’, verwijzend naar de heldere kleur van de honing. De boom werd omzaagd en heel voorzichtig werd het bijennest blootgelegd: donkere bolvormige ‘honingpotten’ waar honing en nectar in verzameld wordt door de ijverige bijtjes.
Korotai proeft van de honing, een ware delicatesse!
De ogen van de participanten glinsteren bij het zien van zoveel honing, ‘Switi!’, roept Korotai! Met een stokje likt hij de honing die uit het nest is gelopen. De anderen volgen zijn voorbeeld. De honing is lekker zoet, maar smaakt tegelijkertijd een beetje zuur én is bovenal heel erg gezond. Een echt bosmedicijn!
De honing wordt verwijderd uit de honingpotten met een grote plastieken spuit en heel zorgvuldig wordt het nest in een houten box geplaatst met een invliegopening. Deze box wordt de nieuwe thuis voor de bijen. De eerste dagen blijft de box nog even in het bos, tot de bijen gewoon zijn aan hun nieuwe woonplaats. Daarna wordt de bijenbox naar het dorp getransporteerd en kan worden gestart met de kweek van de bijen. Door bijen in een box te houden, kan er op regelmatige tijden honing worden geoogst voor verkoop en hoeft niet steeds opnieuw een boom te worden gekapt.
‘Het is bijzonder leuk om zoveel enthousiasme te zien voor de bijen, ‘zegt Mohamed Khodabaks van LVV na terugkomst in het dorp. ‘De start van het project is alvast een succes, we kijken uit naar het vervolg’, sluit hij af. In de eerste fase zullen 5 bijboxen worden geplaatst in Kwamalasamutu. Verwacht wordt dat vanaf februari 2016 ongeveer de productie van honing zal starten, en er in juli een eerste oogst zal zijn. Na Kwamala zullen ook in de inheemse dorpen Tepu en Sipaliwini bijenboxen worden geplaatst. We houden jullie op de hoogte!
De bijenkolonie wordt in een houten box met vliegopening geplaatst. Deze bijenbox zal nog enkele dagen in het bos blijven, zodat de bijtjes kunnen wennen aan hun nieuwe plek.
Khodabaks, coördinator van bijenteelt LVV, maakt voorzichtig het nest van de bijen los voor transportatie in de bijenbox. Kamanja, Ësenio en headcaptain Wakusha kijken geïnteresseerd toe.